17 september 2006

“Mind your step” klinkt de zoetgevooisde en inmiddels vertrouwde vrouwenstem op Schiphol ons toe als we van de loopband afstappen richting onze vertrekhal. Wij gaan weer op pad en deze keer is de bestemming: IJsland. Dit land staat ruim 9 jaar op ons lijstje om te bezoeken en nu is het dan zo ver.

In 2 uur en 40 minuten vliegen we met Iceland Air van Amsterdam naar Keflavik.

Heerlijk zo’n korte vlucht! In de aankomsthal worden we opgewacht door een medewerker van J&S Car Rental. Via internet hebben we een pick-up camper gehuurd (zie links voor de camper-verhuurder J & S) zodat we lekker op eigen houtje en in eigen tempo IJsland kunnen verkennen.

Petra even achter het stuur Al snel arriveren we bij de garage van J&S en na een uitgebreide cursus camper beheer vertrekken we in ons "huis" voor de komende 13 dagen; een enorme Dodge Ram 1500 met daarop de “camperbak”

De eerste kilometers is het even wennen in zo’n grote auto. Het geluid van de V8 - 4.7 liter klinkt heerlijk, aldus Jan, en aan zijn grijns te zien is hij in zijn element. Hij mag er de komende 13 dagen mee rond krossen.

Het IJslandse weer vanmiddag is gelijk aan het beeld dat de meeste mensen (wij dus ook) van IJsland hebben; dikke donkere grijze wolken hangen dreigend boven ons hoofd en jawel; het regent ook... dat hebben we niet besteld!

We hebben geen zin om onze reis in een stad te beginnen dus we rijden Reykjavik haastig voorbij en gaan door naar het nationale park Pingvellir (spreek uit : Thingvellir). Inmiddels wordt het schemerig en we parkeren onze camper bij een informatiecentrum van dit park. We zijn blij met onze eerste kampeerplek want er zijn verwarmde wc’s en een warm en koud water kraan! Snel draaien we het bovenste gedeelte van de camper omhoog, hierdoor komt het dak zo'n 50cm omhoog en kunnen we zonder probleem rechtop staan in de camper. Bij het omhoog draaien komt ook ons bed tevoorschijn dat boven de bestuurderscabine is geplaatst.

Trots genieten we van onze zelfgemaakte maaltijd (italiaanse pasta uit een zakje) en klimmen daarna ons bed in. Aangezien het bed 1.30m breed is en een claustrofobische 50cm ruimte heeft, is het wel even worstelen voordat we goed en wel liggen.

Halverwege de nacht blijkt onze slaapplek toch niet zo'n hele goede keuze... er is een flinke wind opgestoken en de camper staat op een open parkeerplaats zonder beschutting, en hij schudt danig heen en weer. Door het geklapper van het omhoog gedraaide tentdoek van de camper doen we bijna geen oog dicht. Dit is dus de beruchte IJslandse wind waar we over hebben gelezen....


IJsland in rune tekens

18 september 2006

Wat zijn we blij als de nacht eindelijk voorbij is en het buiten licht begint te worden. Vermoeid klauteren we ons bed uit en in de stromende regen rennen we snel naar de wc hokjes om ons wat op te frissen. Daar aangekomen lijkt het alsof het hele gebouwtje heen en weer beweegt, maar al snel komen we tot de conclusie dat we "zeebenen" hebben gekregen van het heen en weer geschud van de camper vannacht. Het is nog geen 8 uur als we op pad gaan om Þingvellir te bekijken.

Fotogenieke kerkje te Pingvellir

Pingvellir is het eerste nationale park van IJsland en het is opgericht in 1928. Het landschap hier is sprookjesachtig mooi; rotspartijen, lavaformaties, watervallen, mos in allerlei felle groene tinten en boompjes en struiken in prachtige rode, gele en oranje herfstkleuren. Op veel plaatsen is de grond hier metersdiep opengescheurd. Deze scheuren zijn gevuld met kristalhelder water. Pingvellir ligt precies op een breuklijn tussen de Noord Amerikaanse en de Euraziatische tectonische plaat. Als je aan de ene kant van de scheur staat ben je op het Noord Amerikaanse continent en aan de andere kant op het Europese.

Pingvellir is ook een belangrijke historische plek. Hier kwam namelijk het IJslandse parlement jaarlijks bijeen, werden belangrijke beslissingen genomen, handel gedreven, gevangenen veroordeeld en het was een ontmoetingsplaats voor de IJslandse bevolking.

We maken een wandeling van een paar uur, gelukkig is het gestopt met regenen. Wat een heerlijke omgeving en wat een rust hier! Onderweg komen we een prachtig fotografisch kerkje tegen en zien we ook onze eerste IJslandse waterval. We blijven ons verwonderen over de talrijke scheuren die het landschap domineren. Af en toe scheelt het niet veel of we verdwijnen zelf in zo'n metersdiepe scheur. Klik hier om naar de foto's van Pingvellir te gaan.

Dan begint het weer te regenen en we vluchten snel het bezoekerscentrum in. Inmiddels is er een toeristenbus uit Reykjavik gearriveerd; tijd om verder te gaan.

Ons volgend doel is Geysir, dit geothermische veld is waarschijnlijk de populairste attractie van heel IJsland. Hier vinden we Geysir, letterlijk "de spuiterd". Geysir is een van de allerbekendste geisers ter wereld. Helaas is deze geiser "vermoord" omdat men er vele malen zeep in heeft gegooid om hem nog vaker te laten spuiten. Het schijnt dat Geysir weer actief is geworden na een recente aardbeving maar wij hebben hem niet zien spuiten. Naast Geysir bevindt zich hier nog een andere geiser, Strokkur genaamd, en deze doet het gelukkig nog wel.

Als we bij Strokkur aankomen zien we een groepje Japanners allemaal gereed staan, armen gestrekt voor hun en de compact cameraatjes of mobieltjes in de hand, strak turend naar het kleine schermpje, om blijkbaar het spuitmoment optimaal vast te kunnen leggen.

We wachten rustig af en kijken wat er gebeurt.... in de bodem voor ons bevindt zich een gat met een doorsnede van ongeveer 2,5 meter. Dit gat is tot de rand toe gevuld met helder water en beweegt onregelmatig zo'n 20cm op en neer. Dan horen we gerommel en ontstaat er plots een blauwe bol die uit elkaar spat. Met volle kracht spuit er een waterfontijn uit van maar liefst 15 tot 20 meter hoog. We schrikken ons een hoedje... wat een indrukwekkend en fascinerend fenomeen. Klik hier om naar de Geysir foto's te gaan.
wachtende Japanners

We kijken elkaar glunderend aan en zeggen bijna tegelijk "nog een keer zien en vastleggen". Gelukkig hoeven we niet lang te wachten want de Strokkur spuit zo'n beetje om de 3 a 4 minuten. We proberen de momenten dat hij spuit te voorspellen maar dat blijkt toch best moeilijk te zijn.

pas op : kokend water Met moeite rukken we ons los van dit natuurgeweld om ook de rest van het geothermische veld te bekijken. Naast de Geysir en de Strokkur bevinden zich hier ook nog een "little Geysir" dit is niet meer dan een kokende waterpot, en diverse diepblauw gekleurde warmwaterbronnen.

Na ons bezoek aan Geysir rijden we door naar de Gullfoss waterval. Dit blijkt een mega waterval te zijn. Als de zon schijnt moet je hier een mooie regenboog kunnen zien maar helaas, geen zon vandaag. Ondanks dat is de waterval erg indrukwekkend, wat voel je je dan nietig als je hier vlak naast staat en de miljoenen liters water met een donderend geraas ziet en hoort langsstromen.

Inmiddels loopt het al tegen 18.00 uur en we gaan op zoek naar een slaapplaats. We rijden richting het zuiden en vinden een kleine camping in het dorpje Fludir. Deze camping is echter totaal verlaten maar de wc's en douches zijn geopend. We aarzelen wat maar besluiten toch om onze camper hier neer te zetten. 10 minuten later staan we onder een heerlijke warme douche, de zwavelgeur dat aan het water zit krijgen we er gratis bij!


IJsland in rune tekens

19 september 2006

Seljalandsfoss

Afgelopen nacht hebben we al onze slaap ingehaald die we gisteren gemist hebben, het is hier in Fludir heerlijk rustig en bovendien windstil. Nog steeds is er geen enkel teken van leven op de camping te vinden. We trekken verder. Wederom zwaar bewolkt weer maar gelukkig is het nu wel droog.

Vandaag volgen we een heel stuk van de ringweg en onderweg bezoeken we de watervallen Seljalandsfoss en Skogafoss.
Klik hier om naar de waterval-foto's te gaan. Bij de Skogafoss klimmen we omhoog en hier zien we nog meer kleine watervallen. Nabij de Skogafoss ligt de Solheimajokull gletsjer die we ook van dichtbij gaan bekijken. In een uurtje wandelen we naar de voet van de gletsjer, hij is imponerend maar helaas ligt hier ook veel puin zoals rotsblokken, zand etc. Als we weer bij onze auto aan komen begint het wederom te regenen.

We vervolgen de ringweg maar hoe zuidelijker we komen, hoe slechter het weer wordt. Harde wind en heftige regen. Dyrholaey is het Zuidelijkste puntje van IJsland en vanaf hier moet je een prachtig uitzicht hebben op de steile rotsen aan de zee maar als we daar aankomen, zien we door de regen en mist helemaal niks. Helaas... We geloven niet dat het weer zal opknappen en besluiten om maar zo snel mogelijk door te rijden en op zoek te gaan naar een slaapplaats.

Na het stadje Vik veranderd het landschap en rijden we door gigantische lavavelden begroeid met felgroene mos. De weg hier is saai en kilometerslang zien we alleen maar deze groene mosbollen. Even verderop staat er een felrode auto tussen al dat groen, dus die valt wel op. Tegen de auto staan een oudere en een jongere man, zo te zien met panne onderweg. We stoppen en ze zijn erg blij ons te zien. Het zijn IJslanders met inderdaad autopech, hun koppeling is doorgebrand, en aan de verbrande geur is dat goed te ruiken. Ze moeten naar het 50km verderop gelegen stadje met de bijna onuitspreekbare naam "Kirkjubaejarklaustur", leuk woord voor galgje denken we nog. Het toeval wil (en wij ook) dat we die kant op gaan. Nou ja, heel erg toevallig is dat ook weer niet want er loopt maar 1 weg en dat is deze ringweg.

We bieden ze een lift aan, verbouwen de halve camper en slepen een vracht aan allerlei spullen naar de campercabine om ervoor te zorgen dat ze enigsinds kunnen plaatsnemen op de achterbank. Onderweg vertelt een van hen het een en ander over de geschiedenis van IJsland, ondertussen oefenen wij op het correct proberen uit te spreken van de naam Kirkjubaejarklaustur en voor we het weten zijn we al op de plaats van bestemming. We zetten de mannen thuis af en besluiten om verder te rijden.

En dan gebeurt er iets waar we niet op hebben durven hopen; de zon gaat schijnen! Het landschap om ons heen wordt magisch verlicht, de gele paaltjes langs de kant van de weg kleuren zo fel dat het bijna zeer doet aan onze ogen. Inmiddels hebben we het groene mosbollenlandschap achter ons gelaten en wordt het landschap nu gedomineerd door grote spoelzandvlakten en gletsjers, prachtig om te zien. We voelen ons weer erg nietig in deze reusachtige open vlakte en IJsland ziet er echt heel anders uit als de zon schijnt.

Jan kijkt naar een gletsjer van de Vatnajokull

Het loopt al tegen 19.00 uur als we eindelijk nationaal park Skaftafell bereiken. Het informatie centrum is al dicht maar we lezen dat de camping t/m 30 september geopend is. We zijn de enige gasten hier en zoeken een mooi plekje uit.


IJsland in rune tekens

20 september 2006

Helaas, vanochtend vroeg worden we gewekt door hard geklapper van ons tentdoek en we weten direct wat dat betekent; storm! En niet zo'n klein beetje ook. Zulke harde wind als vandaag hebben we nog niet eerder meegemaakt, we kunnen zelfs achter over hangen en leunen op de wind zonder dat we omvallen. Maar het is wel droog dus we kleden ons dik aan en maken een wandeling naar de Svartifoss waterval, althans dat is de bedoeling.

Halverwege blijkt dat we het verkeerde paadje hebben gevolgd, deze wandeling voert ons naar de voet van de Skaftafellsjokull gletsjer. Eveneens een aardige wandeling en een bijzondere ervaring om zo dichtbij de gletsjer te komen.

Hierna ontdekken we het juiste paadje naar de Svartifoss waterval maar halverwege haken we af, we hebben het koud, zijn verkleumd en nat want het is weer gaan regenen.

We besluiten om verder te rijden en hebben de hoop dat het aan de andere kant van de Vatnajokull gletsjer beter weer is. Maar nee, de storm neemt alleen maar toe en het zicht wordt steeds slechter.

Onze camper vangt heel veel wind en Jan heeft moeite om hem op de weg te houden. Dit is gekkenwerk, dus we keren weer om en gaan terug naar de camping bij Skaftafell. Het bezoekerscentrum is inmiddels open en bij de warmte van de kachel ontdooien we een beetje. De vriendelijke mevrouw achter de balie heeft medelijden met ons, ze vertelt dat het vandaag windkracht 10 a 11 is maar dat de weersvoorspellingen voor morgen en overmorgen beter zijn. Als bewijs print ze de voorspellingen van internet voor ons en als troost krijgen we ook nog een informatie boekje met daarin beschrijvingen van diverse wandelingen in het Skaftafell park.

In het bezoekerscentrum bevindt zich ook een klein winkeltje dus we slaan nog wat boodschappen in. Vandaag proeven we voor de eerste keer Skyr, een bijzonder lekkere romige IJslandse yoghurt, dit is het begin van onze Skyr-verslaving .
De rest van de middag en avond brengen we door in de camper, beetje kletsen, lezen, muziek luisteren en er op hopend dat we eindelijk wat beter weer zullen krijgen de komende dagen.....


IJsland in rune tekens

21 september 2006

Als we vanochtend uit onze camper stappen is het zonnig buiten en de hemel is strakblauw. We zijn gelijk wakker en in een recordtijd hebben we ons aangekleed, gegeten en de camper klaargemaakt omdat we zoveel mogelijk van dit weer willen profiteren voordat het omslaat. We vervolgen de weg die voert langs de immense Vatnajökull gletsjer en we genieten van het uitzicht.

IJsbergmeer Jokulsarlon

Rond een uur of negen komen we bij Jokulsarlon aan. Dit is een 200 meter diep gletsjermeer. In dit meer drijven prachtige ijsbergen, sommigen zijn flink groot en anderen weer klein. Iedere ijsberg heeft een unieke vorm en kleur; ze zijn wit, lichtblauw of zwart. Het water van het meer is kraakhelder en dit zorgt voor een schitterende spiegeling. Dit is echt adembenemend mooi. Urenlang lopen we langs het meer, en kunnen er geen genoeg van krijgen.

Sommige ijsblokken lijken net kristal. Plotseling zien we beweging in het water en verschijnt er een kop van een zeehond aan de oppervlakte, eigenwijs kijkt hij met zijn kraaloogjes om zich heen, zwemt een stukje verder en duikt dan weer onder water. Wauw... een zeehond hebben we wel eens meer gezien, maar nu hier zo in dat ijsbergmeer is dat toch wel een hele bijzondere traktatie. Klik hier om naar de foto's van Jokulsarlon te gaan.

Petra aan de noedels bij Jokulsarlon

Daar lopen we dan, in ons T-shirt in de stralende zon, geen toerist te bekennen, met z'n 2-en, optimaal genietend. Wie had dat gisteren nu kunnen denken?? We nemen een kijkje bij het restaurantje aan het meer maar het is gesloten en dit verbaasd ons eigenlijk niet. Het lijkt wel of alles al dicht is, we merken dat het seizoen echt al voorbij is. In de zomer kan je hier een boottocht tussen de ijsbergen maken, nu helaas niet meer.

We hebben inmiddels wel trek gekregen en dus moeten we zelf maar wat gaan maken. We rijden met de auto een stukje langs het meer en zoeken een mooi plekje uit. Als we na een tijdje genieten van het uitzicht en onze portie noedels hebben opgepeuzeld zien we pas andere toeristen arriveren.

Jokulsarlon is trouwens een geliefde locatie voor filmmakers. Er zijn hier 2 James Bond films opgenomen, o.a. Die Another Day & A view to kill evenals een scene voor de film Tomb Raider met Angelina Jolie als Lara Croft.

Inmiddels is het half 2, tijd om verder te gaan. We volgen de ringweg en na Höfn verandert het landschap weer. We krijgen nu te maken met Fjorden. Een heleboel fjorden. In het begin kunnen we er nog van genieten maar hoe hoger we komen, hoe mistiger het wordt. De zon is allang verdwenen en wij kruipen vooruit door al die bochten. De laatste fjord is een hele grote en we hebben eigenlijk geen zin om hier helemaal omheen te rijden. Jan ontdekt een klein weggetje op de kaart waarmee we maar liefst 50 kilometer kunnen afsnijden. Deze kunnen we toch best wel nemen, we hebben geen 4x4 voor niks? Jan heeft me overtuigd. Het blijkt een echte gravelweg te zijn; smal, steil en vol met stenen en kuilen en dat ongeveer 20 kilometer lang. Uiteindelijk komen we weer op de ringweg uit die hier ook ongeasfalteerd is.

Net als we triomfantelijk tegen elkaar zeggen dat we dat maar mooi even gedaan hebben horen we een overbekend geluid; PSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSS. Verschrikt kijken we elkaar aan en realiseren direct wat dat betekent; lekke band!!! Inmiddels is het al half 6 en is het net weer begonnen met motregenen.

Daar staan we dan in de kou en regen, om ons heen zien we niet veel meer dan mistige bergen, een nog mistroostigere omgeving kunnen we ons niet voorstellen voor een lekke band...en nu?

Jan heeft wel vaker een band verwisseld maar met zo'n grote Dodge Ram gaat het toch net even anders. Eerst maar eens op zoek naar het gereedschap en de reserveband en gelukkig weet Jan dat snel te vinden omdat hij er nog om heeft gevraagd bij de verhuurder.
lekke band

Jan probeert de auto op te krikken maar dat lukt niet erg, het opkrikpunt is niet goed, de band komt geen millimeter van de grond af...dit is een auto met bladveren en al snel komt Jan tot de conclusie dat de krik onder de as geplaatst moet worden, maar waar exact ? Eerst maar even vragen aan een voorbijganger of die het weet, voordat er iets kapot wordt gedraaid door de krik, want dan ben je nog veel verder van huis. Gek genoeg komt het niet in ons op om even de handleiding er bij te pakken...

Na een 10 tal minuten verschijnt er een auto, de eerste die we in tijden tegenkomen. Er zitten 2 vriendelijke IJslandse jongedames in. Nee, ze hebben geen ervaring met zo'n grote auto en al helemaal niet met banden verwisselen maar we mogen wel hun gereedschap of mobiele telefoon gebruiken. Erg lief, maar gereedschap hebben we zelf en ook hun mobiele telefoon werkt hier niet. Ze willen ons wel een lift geven naar de eerstvolgende stad in het zuiden, maar daar komen we net vandaan dus Jan besluit eerst maar even zelf te gaan martelen met krik en band. Vertwijfeld laten ze ons achter.

Jan knielt weer op de grond om te kijken waar hij de krik goed zou kunnen plaatsen, als er zowaar binnen een 5 minuten een 2e auto aankomt rijden, het lijkt wel spitsuur! De man stapt uit, zegt weinig, bekijkt onze probleemband en knielt met zijn schone kleding bij de krik neer en schuift hem onder een goed punt onder de as. Al snel komt de band van de grond af. De broek en jas van de man zitten enigsinds onder de modder als hij vraagt "you o.k. now ?" Jan bevestigt en na hartelijk te hebben bedankt vertrekt de man weer. Binnen enkele minuten heeft Jan de band verwisseld, gooien we de zware lekke band achter in de camper en zijn we weer onderweg.

Nog 30 kilometer naar de eerstvolgende stadje en we rijden nog steeds op een gravelweg. Jan rijdt alsof hij op eieren rijdt. De reserveband is een stuk zachter dan de andere 3 banden en we moeten niet nog een keer een lekke band krijgen want dan hebben we hier echt een probleem! Gelukkig gaat de weg na 10 kilometer over in een asfaltweg en we halen opgelucht adem als we in het schemerdonker aankomen in het stadje Egilsstadir. Hier vinden we een camping die open is en waar we een overheerlijke warme douche kunnen nemen. pffff, wat een dag. Bekaf duiken we ons bed in en we vallen als een blok in slaap en dromen over lekke banden....


IJsland in rune tekens

22 september 2006

Het eerste dat we vanochtend doen is op zoek gaan naar een garage om onze band te laten maken. De medewerkster van onze camping weet er wel een en vol frisse moed gaan we op pad. Daar aangekomen treffen we een wat oudere dame aan die helaas geen woord Engels spreekt. Met veel pijn en moeite maken we haar ons probleem duidelijk maar ze begint heftig met haar hoofd te schudden, ze kan ons niet verder helpen. Gelukkig weet ze wel een andere garage waar we naar toe kunnen gaan.

En daar hebben we meer geluk. Een vriendelijke jongeman bekijkt onze kapotte band en constateert dat er een grote scheur in zit. Nee het het is niet mogelijk om die te repareren... tot die conclusie was Jan ook gekomen. Hij gaat even snuffelen in het magazijn en komt terug met een soortgelijke band. Dat is al heel wat. Zowaar heeft hij ook nog tijd om hem er direct onder te monteren en binnen een half uurtje is het gepiept en gaan we weer op pad; een gloednieuwe band rijker en ruim tweehonderd euro armer! Maar wij zijn allang blij, we zagen al spookbeelden dat we naar de stad Akureyri moesten rijden een paar honderd kilometer verderop.

Inmiddels gaat het al richting 11 uur en we besluiten om verder te trekken richting Myvatn, een meer in het Noorden van IJsland. De weg hiernaartoe voert gedeeltelijk door het binnenland en het landschap onderweg is buitenaards, we wanen ons op de maan. Immense vlakten vol zwart zand en stenen met op de achtergrond fraai gevormde bergen. 40 kilometer voor Myvatn zien we een afslag naar de Dettifoss en de Selfoss watervallen, zullen we? En waarom ook niet, het is nog vroeg. We draaien het smalle gravelweggetje in en ruim 20 kilometer lang hobbelen we voort over de stenen. Ieder moment verwachten we weer PSSSSSSSSSS maar gelukkig blijft dat uit en krijgen we weer wat vertrouwen in de banden.

Petra bij Selfoss Het weggetje eindigt bij een kleine parkeerplaats en een korte wandeling brengt ons naar de 45 meter hoge Dettifoss waterval, de krachtigste waterval van Europa. Met een hels kabaal stort het water hier naar beneden. We lopen verder langs de rivier en bereiken ook de Selfoss waterval. Deze waterval is een stuk kleiner, slechts 12 meter hoog, meer veel breder en wij vinden hem mooier dan de Dettifoss waterval. Hij doet ons een beetje denken aan beelden die we hebben gezien van de Victoria watervalen in Zambia, maar dan waarschijnlijk lager. Klik hier om naar de waterval-foto's te gaan.

Hierna rijden we verder naar Myvatn waar we in het plaatsje Reykjahlid een leuke camping aan het meer vinden.


IJsland in rune tekens

23 september 2006

Halverwege de nacht worden we wakker van de kou, dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Het lijkt wel of het vriest! Buiten is het bijzonder helder en aan de hemel zien we honderden sterren. Snel duiken we ons bed weer in maar niet voordat we onze slaapzakken hebben opgesnord en een extra trui hebben aangetrokken.

Overal pruttelende modderpotten

Deze ochtend is het prachtig weer; opperzonnig en de lucht is strakblauw. We staan te popelen om de omgeving te verkennen. Rondom Myvatn zijn zeer veel vulkanische bezienswaardigheden en wij gaan als eerste naar Hverir, een prachtig solfaterenveld waar we gisteravond ook al snel een kijkje hadden genomen (we konden het niet laten….). Hier kan je pas goed zien dat de aarde leeft, en hoe! Klik hier om naar de foto's van vulkanisme te gaan.

Jan in "Mordor"

De grond kookt, rookt, sist en borrelt hier. Er zijn zwavelbronnen en modderpoelen die er enthousiast op los spetteren.

Op veel plaatsen is de grond gescheurd en oranje / rood / geel / wit of blauw gekleurd. Er liggen houten vlonders over het solfaterenveld heen zodat we alles van dichtbij kunnen bekijken. Fascinerend!! Het ruikt hier trouwens wel overal naar rotte-eieren maar geloof me, deze lucht neem je maar al te graag voor lief!

Onze 2e stop is Krafla (dit is een geothermische kracht centrale) waar we in de omgeving een fantastische wandeling maken. Het eerste stuk voert naar een solfatarenveld en daarna lopen we uren over de pikzwarte lava dat de meest bizarre vormen heeft aangenomen.

Op veel plaatsen rookt de grond en sommige stukken lava zijn gewoon warm. We hebben het idee dat we in Mordor (Lord of the Rings) terecht zijn gekomen maar gelukkig komen komen we geen Orcs tegen.

Deze lava is afkomstig van meerdere vulkaanuitbarstingen, de laatste was in 1987 en is het meest donkergekleurd.
We eindigen onze wandeling bij de Viti, een gigantische explosiekrater die nu gevuld is met water. Achter deze krater ligt nog een solfaterenveld met kokende modderpoelen, gekleurde bronnen etc.

We kunnen er geen genoeg van krijgen en iedere keer ontdekken we weer iets nieuws! Ik denk dat ik mijn roeping als vulkanoloog ben misgelopen!

Inmiddels is het al 4 uur geweest en we zijn al aardig moe geworden van de lange wandeling en we voelen ons een beetje vreemd door de zwavelgeuren die we al de hele dag inademen.
de Viti krater

Tijd om terug te gaan. Het is nog steeds heerlijk weer en tot het donker wordt genieten we voor onze camper van de warme zonnestralen. Het lijkt wel hoogzomer!


IJsland in rune tekens

24 september 2006

Wederom is het vandaag zonnig en wij besluiten om de Hverfell & Dimmuborgir Trail te lopen, een mooie wandeling die is uitgezet in de omgeving van Myvatn. We starten bij onze camping in Reykjahlid en de eerste stop is Grotagja, een ondergrondse hotspring. Vroeger badderden de mensen hier maar onverwachts is de temperatuur van het water gestegen van 40 naar 60 graden. Momenteel neemt de temperatuur weer af en wij hebben de hoop dat we een bad kunnen nemen maar helaas, het water is nog steeds te heet.

Petra in Myvatn nature bath

We wandelen verder en na een uurtje bereiken we de Hverfell, een grote ronde explosiekrater met een diameter van maar liefst 1000 meter. De klim naar boven is steil en pittig maar eenmaal daar aangekomen worden we getrakteerd op een schitterend uitzicht over het meer en de omgeving. De bodem van de krater is minder mooi, tientallen mensen zijn naar beneden geklommen en vonden het blijkbaar noodzakelijk om hier een bewijs van achter te laten, ze hebben hun namen enorm groot in de as gekerfd. Zonde…We lopen de krater rond en dalen aan de andere kant, die erg steil is, weer af.

Dan zijn we in Dimmuborgir. Een veld vol met grote grillig gevormde lavaformaties.

Er zijn hier 4 wandelroutes uitgezet die tussen de gigantische rotspartijen doorvoeren en we maken er een sport van om in iedere rots een figuur, dier of mens te herkennen. Een leuke bezigheid! Hier bij Dimmuborgir stopt de Hverfell & Dimmubogir Trail en we zijn inmiddels al aardig moe. We moeten alleen nog terug lopen naar de camping en dat valt niet mee. We kiezen voor de makkelijkste route en lopen over de autoweg. Volgens de plattegrond van het informatiecentrum duurt deze wandeling ongeveer 4 uur maar wij zijn bijna 7 uur onderweg geweest.

’s Avonds gaan we onszelf eens lekker verwennen in het Myvatn Nature Baths, een geothermische spa die in Juni 2004 is geopend. Voordat we het bad in kunnen moeten we eerst douchen. Naakt.

Een poster in de gezamenlijke doucheruimte (mannen en vrouwen apart) geeft in het rood aan welke lichaamsdelen we uitvoerig met zeep moeten wassen. Pas als we dit gedaan hebben mogen we onze badkleding aantrekken en een duik nemen. We moeten hier om lachen maar het is eigenlijk wel zo hygiënisch.

Het bad zelf is in de buitenlucht en het water is heerlijk warm. Op sommige plekken zelfs kokend heet want langs de kanten schijnt het maar liefst 100 graden te zijn. We hebben dit maar niet uitgeprobeerd. Ook hier ruiken we weer de bekende rotte eieren geur en omdat het water zwavelhoudend is, is er geen chloor aan toegevoegd.

We zijn vergeten onze sieraden af te doen en mijn zilveren ring is inmiddels helemaal zwart geworden als reactie op het zwavelwater, dat wordt poetsen straks in Nederland!
  Jan op Dimmuborgir

 

 


IJsland in rune tekens

25 september 2006

Tot op heden hebben we al veel genoten van het natuurschoon hier op IJsland maar een stadje hebben we nog niet echt bezocht. In onze reisgids wordt Husavik omschreven als een van de meest traditionele steden dus vandaar dat we hier maar eens een kijkje gaan nemen.

De camper met dak omhoog

Husavik ligt in het Noorden van IJsland en het is een echte vissersplaats. Er wonen ongeveer 2500 mensen en dat zijn er voor IJslandse begrippen best veel. Het stadje heeft een mooie kerk, leuke gekleurde huizen en een schattig haventje. Klik hier om naar de foto's van Husavik te gaan.

De boten die hier liggen weerspiegelen in het water wat een mooi gezicht is. Vanuit Husavik kan je een walvisexcursie maken maar als wij gaan informeren horen we dat we net te laat zijn, 20 september is de laatste boot uitgevaren. De walvissen zijn al verdwenen. Helaas…

Het stadje heeft wel een walvismuseum dat gelukkig nog open is.

De jongen die hier werkt schrikt ervan als wij in ene voor zijn neus staan, hij verwacht blijkbaar nog geen gasten. We moeten even wachten zodat hij alle lichten voor ons aan kan doen en een film kan opstarten. Het is een zeer informatief museum. Er wordt veel uitgelegd over de geschiedenis (en toekomst) van de walvissenvangst op IJsland. Verder krijgen we informatie over de verschillende soorten walvissen en andere dieren die hier in de wateren voorkomen. In de lucht hangen meerdere skeletten van walvissen zodat we een goed beeld krijgen van de afmetingen van deze dieren.

Na het museum besluiten wij om Myvatn achter ons te laten (met pijn in ons hart) en we vervolgen onze weg over de ringweg. Onderweg bezoeken we nog de Godafoss waterval en de stad Akureyri. Dan loopt het alweer tegen 5 uur en we gaan op zoek naar een camping. In een dorpje nabij Varmahlid vinden we er een die we helemaal voor ons alleen hebben. Naast de camping staat een verwarmd “zaaltje” waar we gebruik van mogen maken. Binnen zijn wc’s, een keukentje, wat tafels en stoelen. Dat laten we ons geen 2x zeggen, wat voelt het weer luxe om zoveel ruimte te hebben.


IJsland in rune tekens

26 september 2006

Kjolur route

Vanochtend is onze wereld heel erg klein; we worden overvallen door dikke laaghangende mist. De eigenaresse van de camping vertelt dat het de komende dagen slecht weer blijft in het Noorden maar in het Zuiden van IJsland moet het beter zijn. Mmm, dat zet ons aan het denken. We waren eigenlijk van plan om nog een paar dagen hier in het Noorden door te brengen maar plannen zijn er om veranderd te worden; we gaan weer richting het Zuiden.

Om daar te komen kiezen we voor de F35, de zogenaamde Kjölur route, die dwars door het binnenland van IJsland loopt. Deze weg is officieel alleen te berijden met een 4x4 (maar we hebben hier ook een gewone auto gezien). Zodra we bij het begin punt van de F35 aankomen, prikt de zon door het wolkendek heen en de rest van de dag laat hij ons niet meer in de steek.

Het eerste stuk is nog goed te doen maar al snel komt hier verandering in; de weg wordt al slechter en bestaat alleen nog maar uit zand, veel stenen en veel kuilen. Met een gang van maximaal 30 kilometer per uur hobbelen we voort. Vrijwel direct zijn we in “the middle of nowhere” en urenlang zien we geen enkel teken meer van leven. Hier zijn geen mensen, dieren, huisjes, winkels of benzinestations. Wel gigantische zandvlakten, meren, bergen en gletsjers. Wat een uitgestrektheid! Het is een machtig gevoel om hier te rijden, alleen wij, verder niks, niemand, alsof we nog maar de enige 2 wezens op deze aardbol zijn. Klik hier om naar de foto's van de Kjolurroute te gaan.

Onderweg pauzeren we bij Hveravellir, een hete bronnengebied dat prachtig gelegen is tussen 2 gletsjers. Hier zijn diverse bronnen in verschillende kleuren rood, groen en blauw. Ze vallen ons wat tegen maar dat komt waarschijnlijk omdat we al zo verwend zijn met hete bronnen en solfateren velden nabij Myvatn. We maken een wandeling in de omgeving en zien een oud huisje, dit schijnt het onderkomen te zijn geweest van ene Eyvindur. Hij was een vogelvrij verklaarde die in de 18e eeuw het binnenland van IJsland was ingevlucht en jarenlang bij deze bronnen heeft gewoond. Verder staat hier ook nog een weerstation dat 365 dagen per jaar bemand is.

Dan rijden we weer verder. De weg blijft slecht en de kilometers kruipen voorbij. Onderweg komen we zelden een bewegwijzering tegen en er zijn praktisch geen herkenningspunten die op onze simpele wegenkaart vermeld staan. Maar aan alles komt een einde, dus ook aan deze weg. Uit het niets stuiten we op “wegwerkzaamheden”en dan rijden weer op asfalt en komen we uit bij een oude bekende, de Gullfoss waterval die we in het begin van onze vakantie hebben bezocht.

In totaal hebben wij 7 uur over deze ruim 200-kilometer lange weg gedaan, inclusief diverse stops en een wandeling bij Hveravellir. Onderweg zijn we slechts 2 (!) auto’s tegengekomen over de hele dag. We moeten er dan ook niet aan denken wat er kan gebeuren als je in deze omgeving (auto) pech krijgt, onverwachts ziek wordt of als het weer omslaat. Dan ben je echt op jezelf aangewezen en moet je wachten op de eerstvolgende auto die langskomt want mobiele telefoons werken hier ook niet.

We rijden door naar Geysir Klik hier om naar de Geysir foto's te gaan. waar een ploeg van de BBC net klaar is met het filmen van de Strokkur geiser. Wat een apparatuur hebben die gasten bij zich. Een man vertelt ons dat ze de hele dag bezig zijn geweest voor de “perfecte”opname maar het is gelukt. Pas over een jaar wordt deze documentaire uitgezonden op televisie, er worden eerst nog wat andere plekken gefilmd. Zo zijn ze hiervoor in Namibië en Groenland geweest en binnenkort worden er beelden van Australië aan toegevoegd. Leuk zo’n baantje!

We vinden een slaapplaats op een verlaten campingveldje naast Geysir. Eerst maar eens wat eten. Inmiddels is het al donker geworden. Helaas hebben ze op de camping het water afgesloten zodat we niet kunnen afwassen. Nu kunnen we natuurlijk wel water koken, maar dat kost weer moeite en gas. We lopen naar de benzinepomp en het bezoekerscentrum om te kijken of we daar de pannen met heet water kunnen wassen. Helaas is alles dicht en afgesloten. Verslagen lopen we terug via een shortcut naast het Geysirterrein.

Over dit terein, dat niet verlicht is, strompelen we richting het bruggetje naast onze camper. We schrikken ons een hoedje als we plots naast ons een flink gesis horen. Het blijkt een sissende pruttelpot te zijn dat buiten het terrein ligt.

Even verderop moeten we over een klein stroompje water stappen en we merken dat het water zeer heet is, sterker nog het kookt bijna!! Dat is handig... snel vullen we de pannetjes met het hete water, en hiermee doen we de afwas bij de wasbak van de camping.

Strokkur


IJsland in rune tekens

27 september 2006

Geysir heeft een grote aantrekkingskracht op ons en vanochtend brengen we hier in alle rust nog een paar uur door. De zon schijnt en er zijn nog praktisch geen toeristen, heerlijk! Hierna maken we een wandeling naar de Bruarfoss waterval die tot onze verrassing erg mooi blijkt te zijn.

Bruarfoss

Het water van de Bruarfoss is helder lichtblauw en de omgeving is voorzien van prachtige herfstkleuren. De avond en nacht brengen we door op een verlaten camping nabij Pingvellir .

IJsland in rune tekens

28 september 2006

Vandaag gaan we naar Reykjavik, de hoofdstad van IJsland. Hier woont ongeveer 60% van de totale bevolking. Zodra we de stad naderen moeten we even omschakelen; wat een drukte hier! Veel auto’s en veel mensen. Verder wordt er hard gewerkt; overal worden woningen en hoge gebouwen uit de grond gestampt, het is duidelijk dat Reykjavik groeit.

Te voet verkennen we de binnenstad. Reykjavik komt op ons over als een moderne, hippe stad met veel jonge mensen die over het algemeen behoorlijk modieus gekleed zijn. Ze hebben allemaal een gsm bij zich en laten dit ook graag zien. Er zijn tal van winkeltjes, cafés, restaurantjes en discotheken. Wij bezoeken o.a. de Hateigs kerk en de beroemde Hallgrims kerk, de grootste kerk van IJsland. Vanuit de toren van de Hallgrims kerk genieten we van het uitzicht over de stad. Klik hier om naar de overige foto's te gaan.

Hierna gaan we naar Perlan. Perlan is de warmwater opslag van Reykjavik. Het is gebouwd op een heuvel en bestaat uit 6 reusachtige watertanks met daarop een futuristisch ogende glazen koepel. In deze koepel zit o.a. een restaurant en een cafetaria. Een ideale plek om een hapje te eten en te genieten van het uitzicht over de stad.

Blue lagoon

Dan vinden we het mooi geweest en gaan we weer op pad. Via het hete bronnen gebied Krusavik rijden we naar de Blue Lagoon, een van de populairste attracties van IJsland. De Blue Lagoon is een kunstmatig aangelegd zwembad .

Het ligt middenin een lavaveld en is gevuld met lichtblauw gekleurd water dat afkomstig is van een krachtcentrale in de buurt. Het water wordt verwarmd door natuurlijke bronnen en het schijnt een heilzame werking te hebben. We zijn van plan om hier een lekker bad te gaan nemen maar komen hiervan terug als we zien hoe druk het is. Er arriveren bussen vol toeristen en wij krijgen het spaansbenauwd van die groepen vol luidruchtige mensen. Nee, dan maar geen bad…

We zoeken een plekje voor de nacht op het schiereiland Reykjanes maar het nodigt niet echt uit om hier te gaan kamperen. De omgeving is troosteloos en bovendien staat hier erg veel wind en er is (zoals bijna overal) weinig tot geen beschutting. We hebben geen zin om weer een slapeloze nacht te hebben en besluiten om terug te rijden naar de rustig maar prettig gelegen camping nabij Pingvellir.

Pas om 8 uur ’s avonds komen we hier eindelijk aan, het is aardig eindje rijden maar het voelt hier gewoon veel prettiger. Naast de camping ligt een wegrestaurant waar we uitgebreid gaan dineren, daar knapt een mens van op!


IJsland in rune tekens

29 september 2006 / 30 september 2006

Onze laatste dag op IJsland begint exact hetzelfde als onze eerste dag hier: met zware bewolking en motregen. Inmiddels zijn we wel wat gewend en gaan ondanks dat toch op pad.

We vinden Pingvellir een mooi natuurpark en maken hier nog een stevige wandeling. Als we lekker aan het struinen zijn breekt de zon door en voor we het weten lopen we in ons T-shirtje. Het is echt waar dat IJsland meerdere seizoenen op 1 dag kan hebben. En Pingvellir ziet er werkelijk prachtig uit als de zon schijnt.

Rond een uur of 6 parkeren we onze camper op de verlaten camping van Pingvellir, het is tijd om onze spullen in te pakken. Vroeg duiken we ons bed in om er om half 1 ’s nachts alweer uit te komen zonder dat we veel geslapen hebben; tijd om te vertrekken.

In het pikkedonker rijden we naar het vliegveld van Keflavik en onderweg presteren we het bijna om te verdwalen in Reykjavik. Er wordt gewerkt aan de weg en men vindt het blijkbaar niet nodig om een alternatieve route aan te geven zodat we middenin de stad belanden.

We arriveren ruim van te voren op het vliegveld en leveren onze camper weer in.
Het inchecken gaat snel en om stipt 8 uur vertrekt ons vliegtuig weer richting Nederland.
We zitten met onze neuzen tegen het raampje aangedrukt om een laatste blik op te vangen van het land ver beneden ons. Dag IJsland.

IJsland heeft onze verwachtingen meer dan overtroffen en een warm plekje in ons hart gekregen. De overweldigende natuur, de strijd met de elementen en de strijd met je eigen emoties die hier alle kanten op worden geslingerd. Op IJsland besef je dat je leeft!

Jan bij tectonische breuk

 

IJsland in rune tekens